Studiekosten vergoeden voor kinderen van werknemers – hoe werkt dat?
Als werkgever kunt u studiekosten vergoeden van in Nederland wonende kinderen van werknemers. Dat kan op 3 manieren.
Kies uw situatie:
-
U geeft het kind van uw werknemer een zelfstandige studietoelage.
Omdat u de studietoelage aan het kind zelf geeft, is de studietoelage inkomen van het kind. Op dit inkomen moet u op de gebruikelijke manier loonbelasting/premie volksverzekeringen inhouden volgens de groene tabel. Het kind is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. U kunt dit inkomen niet aanwijzen als eindheffingsloon. Er is geen gerichte vrijstelling mogelijk.
Is de studietoelage van het kind in 2024 minder dan € 9.094? En laat de student bij u de loonheffingskorting toepassen? Dan hoeft u géén loonbelasting/premie volksverzekeringen in te houden.
Wel of geen werkgeversheffing Zorgverzekeringswet
Geeft u het kind een periodieke studietoelage? Dan moet u hierover werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (Zvw) betalen. Bij een eenmalige studietoelage hoeft dat niet.
Voorbeeld
U geeft een kind van een werknemer een zelfstandig recht op een studietoelage. In augustus betaalt u het kind eenmalig € 3.000. Omdat een loontijdvak ontbreekt, betaalt u in augustus geen werkgeversheffing Zvw over het loon.
-
U geeft de studietoelage aan uw werknemer en wijst het aan als eindheffingsloon binnen de vrije ruimte van de werkkostenregeling.
Wilt u de studietoelage aanwijzen als eindheffingsloon? Dat kan. Als de toelage niet meer is dan wat gebruikelijk is. Dit is de zogenoemde gebruikelijkheidstoets (zie paragraaf 4.2 van het 'Handboek Loonheffingen', dat u kunt downloaden op de pagina Loonheffingen). Er is geen gerichte vrijstelling mogelijk.Voorbeeld
U geeft werknemers met studerende kinderen per jaar een vergoeding van € 3.000 voor collegegeld en bijkomende studiekosten. U mag deze vergoeding voor studiekosten aanwijzen als eindheffingsloon. Want een vergoeding van € 3.000 voor studiekosten is niet ongebruikelijk.
-
U geeft de studietoelage via een studiefonds.
Er zijn 3 voorwaarden voor zo’n fonds:- Het gaat niet om uitkeringen en verstrekkingen voor adoptie en overlijden, voor ziekte, invaliditeit en bevalling.
- De werknemer heeft geen vrijgestelde aanspraak op de uitkeringen of verstrekkingen.
- Werknemers die aan het fonds bijdragen, hebben de laatste 5 jaar gezamenlijk minstens evenveel bijgedragen als de werkgever. Als het fonds nog geen 5 jaar bestaat, gaat u uit van de periode vanaf de oprichting van het fonds tot aan het jaar waarin de uitkering of verstrekking plaatsvindt.
Voldoet u aan deze voorwaarden, dan horen de uitkeringen en verstrekkingen uit het fonds voor kinderen van werknemers niet tot het loon. Bijdragen van de werknemer aan het fonds houdt u in op het nettoloon. Deze bijdragen zijn dus niet aftrekbaar.
Voorbeeld
U hebt een studiefonds dat voldoet aan de voorwaarden. Het fonds vergoedt de studiekosten van het kind van 1 van uw werknemers. De vergoeding is geen loon van de werknemer en ook niet van het kind.